Historie Hollands Porselein

De bakermat van porselein ligt in China, alwaar men er vroeg in de 8e eeuw in slaagde een hoogwaardig product te vervaardigen, waarvan de materie na het bakken in principe doorschijnend bleek te zijn.  Nog belangrijker was echter dat dit product, zelfs in ongeglazuurde staat, niet poreus was ( vocht dringt dus niet door de materie heen ).  Dit in tegenstelling tot aardewerk ( wel poreus ), dat altijd geglazuurd moet worden om het ondoordringbaar te maken voor vloeistoffen. ( Een ongeglazuurde aardewerk bloempot kunt U niet zomaar op tafel zetten, dit geeft altijd vochtplekken).

Hoewel het bestaan van Chinees porselein al in een vroeg stadium in Europa bekend was, is de grote verspreiding pas op gang gekomen door de activiteiten van de V.O.C. De waardering voor dit unieke product en de enorme verzamelwoede van met name een aantal vooraanstaande vorstenhuizen, leidde er toe dat men in Europa naarstig op zoek ging naar de geheimen van de porseleinfabricage.

Het zou echter nog tot 1708 duren voordat Joachim Böttger in Meissen er voor het eerst in slaagde porselein te produceren.
August de Sterke, keurvorst van Saksen - in wiens opdracht Böttger eigenlijk goud moest maken - heeft lang geprobeerd het procédé van de porseleinfabricage geheim te houden, maar uiteindelijk is dit niet gelukt. Door heel Europa ontstonden nieuwe porseleinfabrieken, zo ook in Holland !


De geschiedenis van het Hollands porselein begint in Weesp.

WEESPER PORSELEIN 1759-1770

Na een korte aanloopperiode slaagde graaf van Gronsveld-Diepenbroick-Impel erin de porseleinfabricage ter hand te nemen. De kern van de Weesper fabriek werd gevormd door ervaren porseleinwerkers die werden weggekocht bij Duitse en Franse werkplaatsen. Onder hen was de Fransman Louis Victor Gerverot die als schilder en modelleur een belangrijke plaats zou gaan innemen in de Weesper fabriek. De producten van de Weesper fabriek zijn veelal uitgevoerd in de toen heersende rococostijl, met veel reliëfwerk en zeer elegante decoraties. Opvallend is hierbij, dat er geen decoraties worden aangetroffen in het zogenaamde onderglazuur blauw, terwijl dit blauw wel voor het merk werd gebruikt.
Helaas bleek al spoedig dat de Weesper porseleinfabriek niet was opgewassen tegen de buitenlandse concurrentie. Dit leidde ertoe dat de fabriek in 1770 failliet werd verklaard en ophield te bestaan.
Het Weesper porselein werd gemerkt met twee gekruiste zwaarden waartussen drie bollen.
De zwaarden en de bollen waren afkomstig uit de familiewapens van de graaf en zijn echtgenote.
Het porselein uit de Weesper fabriek is zonder twijfel het meest zeldzame op het gebied van het Hollands porselein.

Merk Weesper porselein 

                                                             ++++++++++++++++++++++++++++++++


LOOSDRECHTS PORSELEIN 1774- 1784

In Oud-Loosdrecht was dominee de Mol al enige tijd bezig met onderzoek naar de geheimen van de porseleinfabricage. Dit onderzoek kwam deels voort uit persoonlijke belangstelling en deels uit sociale bewogenheid. Er heerste namelijk grote werkloosheid en armoede in zijn gemeente, waaraan hij een einde probeerde te maken. Toen zijn experimenten - met behulp van de reeds in Weesp genoemde Gerverot - succesvol bleken, besloot hij tot het oprichten van een eigen porseleinfabriek.
Om de bestrijding van de werkloosheid zo doelmatig mogelijk te laten verlopen werden er, met behulp van een kleine groep (ervaren) buitenlandse werknemers, zo veel mogelijk lokale arbeiders opgeleid ten behoeve van de porseleinproductie. De Loosdrechtse fabriek leverde een - voor die tijd - zeer grote productie en een enorme variatie in voorwerpen.  Wat de decoraties betreft nemen de zgn. landschapjes een zeer prominente plaats in. Dominee de Mol liep al snel tegen dezelfde problemen op als zijn voorganger in Weesp, te weten: zeer hoge productiekosten, felle buitenlandse concurrentie en een te klein afzetgebied.  Ook de al eerder gememoreerde (te)grote variatie in voorwerpen bleek uiteindelijk niet in zijn voordeel te werken.
Dominee de Mol overleed in 1782 in grote armoede, waarna de fabriek door een aantal geldschieters werd voortgezet.  Ook deze geldschieters slaagden er niet in het bedrijf rendabel te maken, wat in 1784 resulteerde in de definitieve sluiting van de fabriek.
Het Loosdrechts porselein werd gemerkt met de letters M.O.L. ( behoudens een zeer korte beginperiode waarin een staande leeuw als merk werd gebruikt). De lettercombinatie M.O.L. kan men op twee manieren uitleggen: de gekozen letters stonden zowel voor zijn eigen naam als voor de afkorting Manufactuur Oud Loosdrecht. Het merk werd, behoudens enkele uitzonderingen, uitgevoerd in onderglazuur blauw en de letters M.O.L. werden ook vaak ingegrift in de nog natte klei.

Merk Loosdrechts porselein

                                                               +++++++++++++++++++++++++++++++

AMSTEL PORSELEIN 1784-1809 / 1809-1814

De sluiting van de fabriek van dominee de Mol betekende echter nog niet het einde van de porseleinproductie in Nederland. Aangezien een aantal financiers grote bedragen hadden gestoken in de Loosdrechtse fabriek, zochten zij naar een manier om het geïnvesteerde kapitaal zeker te stellen. Zij meenden de oplossing te hebben gevonden in verplaatsing van de Loosdrechtse fabriek naar een - vanuit economisch opzicht gezien - betere locatie in Ouder-Amstel. Veel van de personeelsleden verhuisden mee en ook alle werktuigen, vormen en resterende voorraad werden overgebracht. Dit verklaart, waarom de in de beginperiode van de Amstel fabriek vervaardigde voorwerpen zo veel overeenkomst vertonen met de producten van dominee de Mol. 
De producten uit de Amstel fabriek werden gemerkt met het woord AMSTEL in onderglazuur blauw. Soms komt men Amstel producten tegen, die naast het Amstel merk, ook het Loosdrechtse merk ( in onderglazuur blauw ) dragen.  Enerzijds kan het zijn dat een deel van de overgenomen voorraad reeds in Loosdrecht was gemerkt, maar gezien de soms onlogische plaats van het MOL merk, lijkt het anderzijds reëler aan te nemen dat de Amstel fabriek in het begin gebruik heeft gemaakt van het Loosdrechtse merk (daar dit reeds een goede naamsbekendheid had verworven ). Al vrij snel krijgen de Amstel producten een eigen gezicht dat direct aansluit bij de dan geldende stijlvormen van de Lodewijk XVI periode.

In 1800 werd de fabriek overgenomen door de familie Dommer, maar de naam Amstel bleef gehandhaafd.

  Merk  Amstel porselein

                                                                                     +++++++++

In 1809 werd de fabriek verplaatst naar Nieuwer Amstel.
Gedurende deze laatste periode van de Amstel fabriek ( tot 1814 ) werd vermoedelijk geen porselein meer vervaardigd. De werkzaamheden beperkten zich tot het decoreren van porselein dat afkomstig was van andere fabrieken, meestal uit Parijs of Brussel. In deze periode ziet men ook typische empire vormen verschijnen.
Het porselein uit deze laatste periode wordt niet meer gemerkt AMSTEL in onderglazuur blauw, maar AMSTEL in diverse kleuren ( o.a. rood, zwart en goud ) op het glazuur .In 1814 wordt de fabriek gesloten, hetgeen het einde van de Hollands porselein productie betekent.

                                                           +++++++++++++++++++++++++++++++


HAAGS PORSELEIN 1776-1790

De Haagse porseleinfabriek, opgericht door Anton Lijncker, vormt een verhaal apart binnen de geschiedenis van het Hollands porselein. De zoon van Anton Lijncker had vanaf 1772 een winkel in Den Haag, waarin naast textiel vooral porselein werd verkocht. Alvorens Anton Lijncker ( afkomstig uit Dresden ) zelf zakelijke activiteiten in Den Haag kon ontplooien, moest hij eerst het Haagse Burgerschap verwerven, hetgeen hem in 1776 werd verleend.  Direct hierna maakte hij bekend in Den Haag een porseleinfabriek te willen oprichten. Hij voelde zich in dit voornemen gesterkt door de zeer positieve houding van Stadhouder Willem V, de Haagse adel en het Haagse stadsbestuur. Anton Lijncker deed het voorkomen, alsof hij in zijn fabriek porselein van de grond af maakte. Hoewel men dit lange tijd als waarheid heeft aangenomen, gaat men er tegenwoordig van uit dat dit niet het geval was en dat in de Haagse fabriek uitsluitend porselein werd gedecoreerd.
Dit porselein werd in ongedecoreerde staat aangekocht bij buitenlandse fabrieken, in hoofdzaak Ansbach (D) en Doornik (B).
Hoewel de aanpak van Anton Lijncker dus totaal afweek van die in Weesp, Loosdrecht en Amstel, was ook zijn onderneming geen lang leven beschoren. De Haagse fabriek werd gesloten in 1790.

  Merk  Haags porselein


                                                              +++++++++++++++++++++++++++++

GEVRAAGD :

HOLLANDS ZILVER
+++++++++++++++++
BLOEDKORAAL
+++++++++++++++++
HOLLANDS
PORSELEIN:
WEESP
LOOSDRECHT
AMSTEL
HAAGS